Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Daarna zeide Hij tot mij: Gij mensenkind, zie, Ik [51]breek den staf des broods in Jeruzalem, en zij zullen het brood [52]met gewicht en met [53]kommer eten, en het water met [zekere] maat en met [54]verbaasdheid drinken; 51. Zie Lev.26:26. 52. Gelijk God gedreigd had; Lev.26:26. 53. Te weten waardoor zij nog meerdere ellende zullen vrezen. 54. Dat is, waardoor zij zo verslagen zullen zijn, dat zij bedwelmd zullen staan gelijk wanhopende mensen.